Pioneer MJ-D508 - Manuale (Pagina 17)

Du/It <PRD1045>
17
Nederlands
Italiano
e FADER (pag. 34, 44)
Questo indicatore si accende quando il registratore è in
modalità di riproduzione con dissolvenza.
r MEDLEY (pag. 33)
Questo indicatore si accende quando il registratore è in
modalità di riproduzione medley.
t RDM (pag. 31)
Questo indicatore si accende quando il registratore è in
modalità di riproduzione in ordine casuale.
y TIMESKIP (pag. 22)
Questo indicatore si accende quando il registratore è in
modalità di salto per unità di tempo.
u PGM (pag. 32)
Questo indicatore si accende quando il registratore è in
modalità di riproduzione programmata.
i A-B (pag. 30, 56)
Questo indicatore segnala che è stata contrassegnata una
sezione del disco.
o REC (pagg. 25–27)
Questo indicatore si accende quando il registratore è
modalità di registrazione.
; 3
Questo indicatore si accende quando il registratore è
modalità di riproduzione.
a 8
Questo indicatore si accende quando la riproduzione o la
registrazione sono in modalità di pausa.
s COAXIAL (pag. 25)
Questo indicatore si accende quando il segnale in fase di
registrazione proviene da un ingresso digitale coassiale.
d OPTICAL (pag. 25)
Questo indicatore si accende quando il segnale in fase di
registrazione proviene da un ingresso digitale ottico.
f ANALOG (pag. 25, 26)
Questo indicatore si accende quando il segnale in fase di
registrazione proviene dagli ingressi analogici.
g D.VOL (pag. 38, 39)
Questo indicatore si accende quando il controllo digitale del
volume è attivo.
h DNR (pag. 24, 28, 60)
Questo indicatore segnala che la funzione di Riduzione
Digitale del Rumore è attiva.
j TOC (pag. 11)
Questo indicatore segnala che vi sono ancora delle
informazioni sul Contenuto del MiniDisc (TOC) nella memoria
del registratore che non sono ancora state scritte sul disco.
Quando è acceso questo indicatore, non si deve spegnere
l’unità altrimenti le informazioni in questione andranno
perdute.
k TIME #
Questo indicatore si accende quando sul display dei caratteri
5 vengono visualizzate informazioni relative al tempo del
disco (ad esempio, il tempo trascorso di una traccia).
l TRACK #
Questo indicatore si accende quando sul display dei caratteri
5 vengono visualizzate informazioni relative alle tracce del
disco (ad esempio, il titolo di una traccia).
/ RECORDING LEVEL
Indica il livello di registrazione o riproduzione di un disco.
e FADER (p. 34, 44)
Brandt wanneer de fade afspelen-stand van de recorder is
ingeschakeld.
r MEDLEY (p. 33)
Brandt wanneer de recorder is ingesteld op medley afspelen.
t RDM (p. 31)
Brandt wanneer de recorder is ingesteld op afspelen in
willekeurige volgorde.
y TIMESKIP (p. 22)
Brandt wanneer de recorder is ingesteld op tijd overslaan.
u PGM (p. 32)
Brandt wanneer de recorder is ingesteld op geprogrammeerd
afspelen.
i A-B (p. 30, 56)
Geeft aan dat een gedeelte van de MD is gemarkeerd.
o REC (p. 25–27)
Brandt tijdens de opnamestand
; 3
Brandt tijdens afspelen.
a 8
Brandt wanneer afspelen/opnemen tijdelijk is stopgezet.
s COAXIAL (p. 25)
Brandt wanneer er wordt opgenomen via de coaxiale digitale
ingang.
d OPTICAL (p. 25)
Brandt wanneer er wordt opgenomen via de optische digitale
ingang.
f ANALOG (p. 25, 26)
Brandt wanneer er wordt opgenomen via de analoge
ingangen.
g D.VOL (p. 38, 39)
Brandt wanneer de digitale volumeregeling is ingeschakeld.
h DNR (p. 24, 28, 59)
Geeft aan dat de digitale ruisonderdrukking is ingeschakeld.
j TOC (p. 10)
Geeft aan dat er zich TOC-informatie in het geheugen van
de recorder bevindt die nog niet op de MD is weggeschreven.
Wanneer dit brandt, zet het toestel dan niet uit, anders gaat
de informatie verloren.
k TIME #
Geeft aan dat het tekstdisplay 5 informatie geeft over de
speelduur (zoals de verstreken speelduur van een
muziekstuk).
l TRACK #
Geeft aan dat het tekstdisplay 5 informatie geeft over het
muziekstuk (zoals de naam van het muziekstuk).
/ RECORDING LEVEL
Geeft het opnameniveau of het afspeelniveau van de disc
aan.
Wat is wat Componenti