Nederlands – Pioneer DDJ-S1 Manuale d'uso

Pagina 69

Advertising
background image

33

Nl

Nederlands

na, met een warmere, meer analoge weergave, waarbij de gebruiker de
warmte/kleur van het effectsignaal kan regelen, in tegenstelling tot een
klinische digitale vertraging. Het niveau neemt toe naarmate de diepte
van het effect toeneemt, net zolang tot alleen het volledige effectsignaal
wordt weergegeven, zonder oorspronkelijk geluid.

PARAMETER-instelling

Gebruik deze om een vertraging in te stellen van
1/16 – 8/1 in verhouding tot de tijd voor één beat van
de BPM.

LEVEL/DEPTH-instelling

Regelt de balans tussen het oorspronkelijke geluid
en het effectgeluid.

 LPF

Het lage doorlaatfilter werkt als een equalizer die de pieken in het
frequentiespectrum afsnijdt, zodat alleen audio onder het afsnijpunt
doorgelaten wordt, helemaal tot de laagste tonen van het signaal toe. Er
kan resonantie worden toegevoegd, waardoor het afsnijpunt een meer
uitgesproken effect krijgt.

PARAMETER-instelling

Regelt de resonantie.

LEVEL/DEPTH-instelling

Hoe verder u de regelknop naar rechts draait, des te
geprononceerder klinkt het effect.

 HPF

Het hoge doorlaatfilter werkt als een equalizer die de dalen in het
frequentiespectrum afsnijdt, zodat alleen audio boven het afsnijpunt
doorgelaten wordt, helemaal tot de hoogste tonen van het signaal toe. Er
kan resonantie worden toegevoegd, waardoor het afsnijpunt een meer
uitgesproken effect krijgt.

PARAMETER-instelling

Regelt de resonantie.

LEVEL/DEPTH-instelling

Hoe verder u de regelknop naar rechts draait, des te
geprononceerder klinkt het effect.

 PHASER

De phaser maakt gebruik van filters om het frequentiespectrum zo te
verschuiven dat het brongeluid een soort veegeffect ondergaat. Een lage
frequentie oscillator verandert de snelheid van het veegeffect. [FX MIX]
verandert de diepte en de feedback van het effect.

PARAMETER-instelling

Gebruik deze om de cyclus in te stellen voor het
verplaatsen van het phasereffect als tijd, 1/6 – 32/1,
in verhouding tot de tijd voor één beat van de BPM.

LEVEL/DEPTH-instelling

Hoe verder u de regelknop naar rechts draait, des te
geprononceerder klinkt het effect.
Wanneer u de knop geheel naar links draait, wordt
alleen het oorspronkelijk geluid weergegeven.

 FLANGER

Het “flangereffect” treedt op wanneer twee identieke geluidsbronnen
samengemengd worden met een iets afwijkende timing, waardoor een
meer natuurlijk veegeffect op en neer langs het frequentiespectrum
wordt bereikt naarmate u de [TIME] parameter wijzigt. [FX MIX] veran-
dert de diepte en de feedback van het effect.

PARAMETER-instelling

Stelt een effecttijd in van 1/6 – 32/1 in verhouding tot
de tijd voor één beat van de BPM.

LEVEL/DEPTH-instelling

Hoe verder u de regelknop naar rechts draait, des te
geprononceerder klinkt het effect.
Wanneer u de knop geheel naar links draait, wordt
alleen het oorspronkelijk geluid weergegeven.

 CRUSHER

Her “crushereffect” voegt vervorming toe en verlaagt de bitsnelheid van
de geluidsbron. Dit effect kan erg fout of overdreven klinken afhankelijk
van uw instelling voor de bitdiepte.

PARAMETER-instelling

Regelt de hoeveelheid effect.

LEVEL/DEPTH-instelling

Hoe verder u de regelknop naar rechts draait, des te
geprononceerder klinkt het effect.

 TREMOLO

De tremolo moduleert het signaalvolume door dit ritmisch te verlagen
en te verhogen op de vooraf bepaalde tijdsinstellingen, alsof u de hele
tijd met de crossfader aan het werk was. [TIME] bepaalt de snelheid
waarmee het volume verandert, terwijl [FX MIX] de modulatie van het
signaalvolume wijzigt. De diepte van het effect wordt bepaalt door de
verhouding tussen de samenstellende delen, waarbij 100 % betekent dat
er helemaal tot stilte wordt teruggegaan.

PARAMETER-instelling

Gebruik deze om een afsnijtijd in te stellen van
1/16 – 8/1 in verhouding tot de tijd voor één beat van
de BPM.

LEVEL/DEPTH-instelling

Regelt de balans tussen het oorspronkelijke geluid
en het effectgeluid.

 BRAKER

De “rem” (braker) werkt als een rem op een ouderwetse draaitafel, waar-
bij het geluid terugloopt tot het volledig is gestopt voor de weergave weer
wordt hervat. Afhankelijk van de ingestelde lengte voor [TIME] kan dit
effect klinken als een noodrem tot de klassieke techniek van het “uit-
schakelen van de draaitafel” waarbij de audio langzaam tot een volledige
stop komt.

PARAMETER-instelling

Stelt een remtijd in van 1/16 t/m 8/1 in verhouding tot
de tijd voor één beat van de BPM.

LEVEL/DEPTH-instelling

Stelt de frequentie in waarbij het stop- of remeffect
wordt toegepast.

 REPEATER

Dit effect herhaalt stukjes audio, vergelijkbaar met een lus-rolfunctie. U
kunt de “kans” dat het spelende geluidssignaal wordt herhaald regelen,
de maat waarop het audiogedeelte wordt herhaald, en hoe lang het te
herhalen stukje audio moet zijn.

PARAMETER-instelling

Gebruik deze om een herhaaltijd in te stellen van
1/16 – 8/1 in verhouding tot de tijd voor één beat van
de BPM.

LEVEL/DEPTH-instelling

Stelt de frequentie in waarop het herhaalde geluid
wordt toegepast.

 REVERSER

Dit effect keert een gedeelte van het audiosignaal om en mengt dit door
het oorspronkelijke geluidssignaal. U kunt de lengte van het stuk audio
dat moet worden omgekeerd regelen en de “kans” op herhaalde audio.

PARAMETER-instelling

Gebruik deze om een omkeertijd in te stellen van
1/16 – 8/1 in verhouding tot de tijd voor één beat van
de BPM.

LEVEL/DEPTH-instelling

Stelt de frequentie in waarop het omgekeerde geluid
wordt toegepast.

Advertising