Beperkingen van het minidisc-systeem – Sony DHC-ZX50MD Manuale d'uso

Pagina 90

Advertising
background image

90

NL

De muziekstuknummers worden niet
juist vastgelegd

Ook al wordt er tijdens analoog opnemen “L-SYNC”
(zie blz. 44) in het uitleesvenster aangegeven, dan nog
kunnen de muziekstuknummers soms niet naar
behoren worden vastgelegd aan het begin van elk
muziekstuk:
• als het ingangssignaal minder dan 2 seconden* lang

onder het grensniveau blijft, m.a.w. bij een te korte
pauze tussen 2 muziekstukken;

• als het ingangssignaal midden in een muziekstuk

langer dan twee seconden* onder het grensniveau
blijft.

* Tijdens stereo-opname;

in de MONO of LP2 stand: ongeveer 4 seconden
in de LP4 stand: ongeveer 8 seconden.

Overzicht van het één-generatie
kopieersysteem (“Serial Copy
Management System”)

Digitale audio-apparatuur zoals voor compact discs,
minidiscs en DAT cassettes maken het mogelijk om
vrijwel perfecte kopieën te maken van
geluidsmateriaal, want bij het kopiëren van digitale
signalen blijft de kwaliteit intact.
Ter bescherming van de auteursrechten van
componisten en musici is dit apparaat voorzien van
het “Serial Copy Management System” dat slechts
één generatie aan volledig digitale kopieën toestaat
via digitale aansluitingen.

Via digitale aansluitingen kunt u
alleen een eerste-generatie kopie*
maken van digitaal geluidsmateriaal

Bijvoorbeeld:
1 U kunt een digitale kopie maken van een in de

handel verkrijgbaar digitaal medium (zoals een
compact disc of een voorbespeelde minidisc), maar
het is niet mogelijk van deze kopie weer een
(tweede-generatie) kopie te maken.

2 U kunt een digitale kopie maken van het digitaal

opgenomen geluid van een oorspronkelijk analoge
geluidsbron (zoals een grammofoonplaat of een
muziekcassette) of een opname van een digitale
satelliet-uitzending, maar hiervan kunt u weer geen
tweede-generatie kopie maken.

* Een eerste-generatie kopie is een digitale opname

van digitale signalen, gemaakt met digitale
geluidsapparatuur. Als u bijvoorbeeld met de
minidisc-recorder en de CD-speler van uw stereo-
installatie het geluid van een compact disc
opneemt, is dit een eerste-generatie digitale kopie.

Opmerking

Het één-generatie kopieersysteem legt u geen
beperkingen op wanneer u opneemt via analoge
aansluitingen.

Beperkingen van het
minidisc-systeem

Het opnamesysteem van uw minidisc-recorder is gebonden
aan een aantal specifieke beperkingen, waarvan hieronder
een overzicht volgt. Deze beperkingen zijn inherent aan
het ontwerp van het minidisc-systeem en duiden niet op
storing in uw stereo-installatie.

De “Disc Full!” foutmelding verschijnt al
vóór het bereiken van de maximale
opnameduur

Wanneer er 255 nummers op de minidisc zijn opgenomen,
zal de “Disc Full!” foutmelding verschijnen, ongeacht de
feitelijke opnameduur. Een minidisc kan niet meer dan
255 muziekstukken bevatten. Om door te gaan met
opnemen, dient u muziekstukken te wissen of een andere
minidisc te gebruiken.

De “Disc Full!” foutmelding verschijnt al
vóór het bereiken van het maximaal
aantal muziekstukken (255)

Soms kunnen de zachtere passages binnen muziekstukken
worden opgevat als pauzes ertussen, zodat het aantal
nummers het feitelijk aantal muziekstukken overschrijdt.
Dan zal de “Disc Full!” foutmelding al gauw verschijnen.

De resterende opnameduur
vermeerdert niet, ook na het wissen
van diverse korte nummers

Nummers van minder dan 12 seconden lengte tellen
niet mee, zodat het wissen ervan niet tot meer
beschikbare opnameduur zal leiden.

Bepaalde muziekstukken laten zich
niet met andere samenvoegen

Muziekstukken die al te vaak zijn bewerkt, zijn soms
niet meer met andere te combineren.

De totale opgenomen speelduur plus
de resterende opnameduur op de
minidisc komen in totaal niet aan de
nominale speelduur van de disc

Het opnemen wordt verricht in minimum-eenheden
van 2 seconden*, ongeacht de lengte van het
opgenomen materiaal. Dit kan leiden tot een geringe
afwijking van de nominale speelduur. Daarnaast kan
de speelduur van een minidisc beperkt worden door
krassen en dergelijke.
* Tijdens stereo-opname;

in de MONO of LP2 stand: ongeveer 4 seconden
in de LP4 stand: ongeveer 8 seconden.

Bij het doorzoeken van muziekstukken
die door bewerking zijn samengesteld
klinkt er soms geen geluid

Muziekstukken die niet rechtstreeks zijn opgenomen,
maar door bewerking zijn samengesteld, kunnen
nogal over de minidisc verspreid zijn en dan kan de
versnelde weergave het zoeken niet altijd bijhouden.

Advertising