Snijmethoden – McCulloch MAC 20X Manuale d'uso

Pagina 29

Advertising
background image

52

Corrija a ranhura

Ranhura desgastada

Lime as

extremidades

do trilho e lados

para ficarem

em esquadria

Troque a barra guia quando a ranhura estiver

gasta, a barra guia estiver envergada ou

rachada, ou na ocorrência de excesso de calor

ou queimadura dos trilhos. Se for necessário

trocar a barra, use apenas a barra guia

especificada na lista de peças de reparo para a

sua serra.

VELA

A vela deverá ser trocada a cada ano para

assegurar que o motor ligue com mais

facilidade e opere melhor. O tempo de

ignição é fixo e nгo й ajustável.

1. Afrouxe os 3 parafusos da cobertura do

cilindro.

2. Remova a cobertura do cilindro.

3. Remova o protetor da vela.

4. Remova a vela do cilindro e descarte.

5. Instale uma vela Torch R7 e aperte com

firmeza usando uma chave de soquete

de 19 mm. O espaço da vela deverá ser

de 0,5 mm.

6. Reinstale o protetor da vela.

7. Reinstale a cobertura do cilindro e os 3

parafusos. Aperte com firmeza.

Parafusos

Protetor

de vela

Vela

Parafusos da

cobertura do

cilindro

AFIAR A CORRENTE

ATENÇÃO!

: Técnicas impróprias

para afiar a corrente e/ou uma manutenção

incorrecta do indicador de profundidade

aumentam a probabilidade de ricochete, o que

pode provocar ferimentos graves.

ATENÇÃO!

: Use luvas de protecção

quando manusear a corrente. A corrente é

afiada e pode cortar mesmo que não esteja em

movimento.

Condições que indicam a necessidade de afiar

a corrente:
S

Redução do tamanho das aparas de

madeira. O tamanho das aparas diminui à

medida que a corrente fica embotada até se

tornar praticamente em pó. Não se esqueça

que a madeira morta ou podre não produz

boas aparas.

S

A serra corta para um lado ou num

determinado ângulo.

S

É necessário forçar a serra ao longo do

corte.

Ferramentas necessárias:

S

Lima redonda com 5/32 pol (4 mm) de

diâmetro e suporte da lima

S

Lima plana

S

Calibrador de profundidade

PARA AFIAR A CORRENTE:

1. Mova o interruptor ON/STOP para a po-

sição STOP.

2. Verifique se a corrente está bem esticada.

Ajuste a tensão da corrente, se ne-

cessário.

3. Afie as cortadores.

S

Para afiar as cortadores, nivele o

suporte da lima (90

˚) de modo a ficar

apoiado nas extremidades superiores

da cortador e do indicador de

profundidade.

NOTA:

A corrente possui cortadores

no lado esquerdo e direito.

Indicador de

profundidade

Lima

Suporte da lima

Cortador

90

˚

S

Alinhe as marcas de 30

˚ do suporte da

lima em paralelo com a barra e no

centro da corrente.

Cortador

Cortador

30

˚

Marca di suporte da lima

S

Afie primeiro as cortadores num dos

lados da corrente. Afie do interior para

o exterior de cada cortador. Em

seguida, vire a motosserra e repita o

processo no outro lado da corrente.

S

Afie apenas o curso de avanço. Use 2

ou 3 cursos por extremidade de corte.

S

Mantenha todas as cortadores com o

mesmo comprimento quando limar.

S

Lime o suficiente para retirar qualquer

imperfeição nas extremidades de corte

(parte lateral e parte superior da

cortador).

Todas las cortadores

com o mesmo

comprimento

Remover

imperfeição

Parte

superior

Parte

lateral

S

Lime a corrente de acordo com as

especificações, como indicado.

30

˚

80

˚

60

˚

29

S

Indien de rem reeds is geactiveerd, wordt

deze uitgeschakeld door de voorste hand-

bescherming zover mogelijk naar de

voorste handgreep te trekken.SBij het za-

gen met de kettingzaag, dient de kettin-

grem niet te zijn geactiveerd.

Uitgeschakeld

Ingeschakeld

Controle van functioneren kettin-

grem

WAARSCHUWING

: De kettin--

grem moet dagelijks verschillende keren

worden gecontroleerd. Bij het uitvoeren van

deze procedure moet de motor draaien. Dit

is de enige keer dat de zaag op de grond

moet worden gezet terwijl de motor loopt.

Zet de zaag op stevige ondergrond. Pak de

achterste hendel met uw rechterhand beet, en

de voorste hendel met uw linkerhand. Geef vol

gas door de gashendel volledig in te trekken.

Activeer de kettingrem door uw linkerpols te-

gen de handbescherming aan te draaien en

zonder de voorste hendel los te laten. De ket-

ting moet onmiddellijk stoppen.

Controle van activeren door

traagheid

WAARSCHUWING

: Bij het uit-

voeren van de volgende procedure moet de

motor uitgeschakeld zijn.

Pak de achterste hendel met uw rechterhand

beet, en de voorste hendel met uw linkerhand.

Houd de kettingzaag ongeveer 35 cm boven

een boomstronk of ander voorwerp met een

houten oppervlak. Laat de voorste hendel los

en gebruik het gewicht van de zaag om de bo-

venkant van de zaagblad naar voren te laten

vallen en in aanraking te laten komen met de

boomstronk. Wanneer de tip van de stang de

boomstronk raakt, moet de rem geactiveerd

worden.

SNIJMETHODEN

BELANGRIJKE PUNTEN

WAARSCHUWING

: Soms komen

er snippers vast te zitten in het koppeling-

deksel waardoor de ketting vastloopt. Zet de

motor altijd uit voordat wordt begonnen met

schoonmaken.
S

Controleer de kettingspanning altijd bij elk

gebruik, en vul uw zaag op met brandstof.

Zie de DE KETTINGSPANNING CON-

TROLEREN op MONTAGE.

S

Zaag alleen hout. Zaag geen metaal, ma-

terialen van plastic, metselwerk, niet-hou-

ten bouwmaterialen, enz.

S

De stootpunt kan worden gebruikt als een

draaipunt bij het zagen.

S

Stop de zaag wanneer de ketting een

vreemd voorwerp raakt. Controleer de

zaag en vervang indien nodig onderdelen.

S

Houd de ketting uit de buurt van modder en

zand. Zelfs een kleine hoeveelheid modder

zal een ketting snel spanningsloos maken

en de kans op terugslag doen toenemen.

S

Oefen met zagen op een aantal kleine

boomstammen door middel van de vol-

gende technieken om u een ”gevoel” voor

het gebruik van uw zaag te geven, voordat

u met het grote zaagwerk begint.
S

Knijp de gashendel in en geef de motor

gelegenheid op volle snelheid te ko-

men voordat u met zagen begint.

S

Begin met zagen met het zaagframe te-

gen de boomstam.

S

Houd de motor op volle snelheid gedu-

rende de volledige tijd dat u aan het za-

gen bent.

S

Laat de ketting het zagen voor u te

doen. Oefen slechts lichte neerwaartse

druk uit.

S

Laat de gashendel los zodra het zagen is

voltooid, zodat de motor stationair kan

draaien. Indien u de zaag op volle snel-

heid laat draaien zonder dat er iets te za-

gen is, kan er onnodige slijtage optreden.

S

Om te voorkomen dat u de controle

verliest zodra het zagen voltooid is, di-

ent u geen druk uit te oefenen op de

zaag bij het einde van het zagen.

S

Stop de motor voordat u de zaag neerlegt.

TECHNIEKEN VOOR HET VELLEN

VAN BOMEN

WAARSCHUWING

: Zaag niet in

de buurt van gebouwen of elektrische bedra-

ding indien u niet weet in welke richting de

boom zal vallen, niet ’s nachts omdat u dan

niet goed kunt zien, of niet tijdens slecht

weer zoals regen, sneeuw of sterke wind

omdat het vallen dan onvoorspelbaar is.

Maak eerst een zorgvuldige planning voor

uw zaagwerkzaamheden. U heeft een leeg

werkterrein rondom de boom nodig zodat u

stevig kunt staan. Controleer op gebroken of

dode takken die kunnen vallen en u ernstig

letsel kunnen bezorgen.

De volgende natuurlijke omstandigheden

kunnen ervoor zorgen dat de boom in een

bepaalde richting zal vallen:
S

De windrichting en --snelheid.

S

De overhelling van een boom. De overhel-

ling van een boom hoeft niet altijd duidelijk

te zijn vanwege ongelijk of hellend terrein.

Gebruik een schietlood of een waterpas

om de richting van het overhellen van de

boom te bepalen.

S

Gewicht en takken aan één kant.

S

Omringende bomen en obstakels.

Advertising