Blz. 98 – Sony DSC-F717 Manuale d'uso
Pagina 220

NL
98
Computers
Symptoom
Oorzaak
Oplossing
U weet niet of het
besturingssysteem van uw
computer compatibel is.
—
p Controleer “Aanbevolen computeromgeving” (blz. 81 en 90).
U kunt het USB-
stuurprogramma niet
installeren.
—
p In Windows 2000 logt u in als Administrator (geautoriseerde
beheerders) (blz. 81).
Uw computer herkent de
camera niet.
• De camera is uitgeschakeld.
• De batterij is zwak.
• U gebruikt niet de bijgeleverde USB-kabel.
• De USB-kabel is niet stevig aangesloten.
• [USB CONNECT] is ingesteld op [PTP] in de
SET UP-instellingen (behalve Windows XP en
Mac OS X).
• De USB-poorten op uw computer zijn behalve
met het toetsenbord, de muis en de camera ook
nog met andere apparatuur verbonden.
• Het USB-stuurprogramma is niet geïnstalleerd.
p Schakel de camera in (blz. 15).
p Gebruik de netspanningsadapter (blz. 14).
p Gebruik de bijgeleverde USB-kabel (blz. 84).
p Ontkoppel de USB-kabel en sluit deze daarna opnieuw aan. Zorg
dat er “USB MODE” op het scherm wordt aangegeven (blz. 84).
p Zet deze op [NORMAL] (blz. 112).
p Ontkoppel de USB-kabels, behalve die voor het toetsenbord, de
muis en de camera.
p Installeer het USB-stuurprogramma (blz. 82 en 90).
U kunt geen beelden
kopiëren.
• De camera is niet goed aangesloten op uw
computer.
• U gebruikt voor het kopiëren niet de procedure
die bij uw besturingsprogramma past.
—
p Sluit de camera en uw computer op de juiste wijze aan door
gebruikmaking van de USB-kabel (blz. 84).
p Volg de procedure die bij uw besturingsprogramma past (blz.
p Indien u gebruikmaakt van de applicatiesoftware “PIXELA
ImageMixer for Sony”, klik dan op HELP.
Het beeld kan niet worden
weergegeven op een
computer.
—
—
p Indien u gebruikmaakt van de applicatiesoftware “PIXELA
ImageMixer for Sony”, klik dan op HELP.
p Raadpleeg de fabrikant van de computer of de software.
Wanneer u bewegende
beelden op een computer
bekijkt, worden beeld en
geluid onderbroken door
storing.
• U geeft het bestand rechtstreeks vanaf
de
“Memory Stick”
weer.
p Kopieer het bestand naar de harde schijf van uw computer en
geef daarna het bestand weer vanaf de harde schijf (blz. 85, 86
en 91).