Montage, Elektrische aansluitingen – WARN ZEON 12 Manuale d'uso
Pagina 28

WARN INDUSTRIES
51 89633A0
MONTAGE
Figuur 2 Horizontaal, poten omlaag gericht
Figuur 3 Horizontaal, poten naar voren gericht
Montagerichting
4 x M10-1,5 x 35
2 x M10-1,5 x 35
2 x M10-1,5 x 40
WARN INDUSTRIES
89633A0 52
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Stap 2 – Bedrading aanleggen
WAARSCHUWING
Doe het volgende om ernstig of fataal
letsel te voorkomen. Plaats de meegeleverde klemhulzen
altijd op de draden en aansluitingen zoals aangegeven in de
montage-instructies.
WAARSCHUWING
Om ernstig letsel of de dood door
elektriciteitsbranden te voorkomen:
Leid elektriciteitskabels nooit over scherpe randen.
Leg elektriciteitskabels nooit in de buurt
van onderdelen die heet worden.
Leid elektriciteitskabels niet door of nabij
bewegende onderdelen.
Vermijd beklemmings-, slijtage- en schuurpunten
bij het plaatsen van alle elektriciteitskabels.
WAARSCHUWING
Isoleer en bescherm altijd alle
blootliggende bedrading en elektrische aansluitpunten.
MEDEDELING Een volledig opgeladen accu en goede
aansluitingen zijn essentieel voor een goede werking van de lier.
De minimale vereisten voor een 12 V-gelijkstroomaccu bedragen
650 A bij koude start.
Leid aansluitkabels van de accu langs plekken waar
deze de isolatie niet kunnen schaven of doorsnijden,
anders kan kortsluiting worden veroorzaakt.
De voedingskabel van de lier moet naar de accu
worden geleid. Een rechtstreekse accuverbinding
van voedingskabel (rood) en massakabel (zwart)
is noodzakelijk. WAARSCHUWING! Sluit de massa niet
aan op het chassis van het voertuig.
Voor het aanleggen van de accukabels moeten
mogelijk panelen en carrosseriedelen worden
verwijderd.
Leid de accukabels altijd langs een route waarin de
kabels kunnen worden bevestigd met kabelbinders.
Figuur 4 Elektrisch schema
WAARSCHUWING
Losse of onbeschermde voedingskabels
kunnen ernstig of fataal letsel veroorzaken.
Houd voedingskabels altijd uit de buurt van
scherpe randen, plaatsen die heter worden dan u
met uw handen kunt verdragen en bewegende
delen.
1. Plan de kabelroute.
2. Zet de voedingskabels losjes langs de route vast.
3. Verifieer
dat
voedingskabels
zijn
beschermd
tegen scherpe randen en hete en bewegende
onderdelen. Houd rekening met de flexibiliteit
en trillingen van het chassis waardoor de kabel
beschadigd kan raken.
4. Controleer zorgvuldig de ligging van de
elektriciteitskabels. Is deze overzichtelijk
en netjes? Zet elektriciteitskabels vast met
kabelbinders. Kabelbinders moeten nauw
aansluiten, maar mogen niet in de kabelisolatie
snijden. Gebruik waar nodig elektriciteitstape,
stukken rubberen slang of elektriciteitsbuis
ter bescherming van elektriciteitskabels en
kabelbomen om slijtage van en schuurplekken
aan de kabelisolatie te voorkomen.
5. Bevestig de accukabels; EERST de rode
(plus-) kabel en daarna de zwarte (min-) kabel.
Monteer waar nodig hulzen om de verbindingen
te beschermen. Haal de bevestigingen van
de accupolen aan zoals aangegeven in de
onderhoudshandleiding van het voertuig.
Controleer na voltooiing van de montage of de
lier goed werkt.
Stap 3 – Synthetische kabel (optio-
neel) monteren
Lees voor modellen met synthetische kabels in elk
geval de volledige WARN-gebruikshandleiding voor
gedetailleerde montage-instructies van synthetische kabels.
Massakabel (zwart)
Voedingskabel (rood)
12 V-accu
minimaal 650 CCA