Sony DSC-FX77 Manuale d'uso

Pagina 67

Advertising
background image

Aa
n

v

u

lle
n

d

e

in
fo

rma

tie

NL

29

Een toegangssleutel invoeren

U kunt geen opnamen op
afstand maken.

• De flitser wordt opgeladen.

• De capaciteit van de “Memory Stick” is niet

toereikend.

p Wacht tot het opladen is voltooid en neem opnamen op afstand

(zie de gebruiksinstructies).

p Wis de beelden op de “Memory Stick” of formatteer deze (zie

de gebruiksinstructies).

p Vervang de “Memory Stick” (zie de gebruiksinstructies).

Probleem

Oorzaak

Oplossing

Het invoeren van de
toegangssleutel wordt
gevraagd.

• Het beveiligingsniveau van de camera of het

apparaat is gewijzigd.

• De gegevens zijn gewist van de camera of het

apparaat waarmee u verbinding wilt maken.

• De maximale tijd voor de verificatie van uw

camera is verstreken op het apparaat waarmee u

verbinding wilt maken.

• Het apparaat waarmee u verbinding wilt maken,

wijkt af van het gekozen apparaat.

p Na het verhogen van het beveiligingsniveau kan het zijn dat u

de toegangssleutel moet invoeren, ook al hebt u al eerder

verbinding met het apparaat gehad. Voer de toegangssleutel in

(pagina 17).

p Na het verwijderen van gegevens kan het zijn dat u de

toegangssleutel moet invoeren, ook al hebt u al eerder

verbinding met het apparaat gehad. Voer de toegangssleutel in

(pagina 17).

p Wanneer de maximale verificatieperiode van de camera is

overschreden, moet u mogelijk het toegangssleutel invoeren,

zelfs als u het apparaat hebt aangesloten. Voer het

toegangssleutel in (pagina 17).

p Controleer de naam op het SELECT THE RECEIVER-scherm.

De verbinding wordt door
het gewenste apparaat
verbroken.

• De tijdslimiet voor verificatie is verstreken (30

seconden).

• U hebt niet dezelfde toegangssleutel ingevoerd.

• De verbinding is door het apparaat verbroken of

beëindigd.

• U hebt de toegangssleutel op het andere apparaat

niet ingevoerd.

• De camera is uitgeschakeld doordat het

lensgedeelte is gedraaid of om bepaalde andere

redenen.

p Voer binnen 30 seconden dezelfde toegangssleutel in op zowel

de camera als het apparaat (pagina 17).

p Voer binnen 30 seconden dezelfde toegangssleutel in op zowel

de camera als het apparaat (pagina 17).

p Stel het apparaat in zodat het verbinding kan maken. Raadpleeg

voor meer informatie de gebruiksinstructies die zijn

meegeleverd met het apparaat (pagina 17).

p Of het invoerscherm voor de toegangssleutel eerst verschijnt op

de camera of op het apparaat waarmee u verbinding wilt maken,

is afhankelijk van de instelling en het apparaat. Maak opnieuw

verbinding en voer de toegangssleutel in.

p Schakel de camera in en maak opnieuw verbinding met het

apparaat.

Probleem

Oorzaak

Oplossing

Advertising