Voorzorgsmaatregelen, Voorzorgsmaat- regelen – Sony DSC-P32 Manuale d'uso

Pagina 226

Advertising
background image

filename[C:\SDL\Sony\CyberShot\SSIAXX_044\DTP\3080877411NL\03NL-DSCP32CEE\15add.fm]

masterpage:Left

model name1[DSC-P32/P72]

[3-080-877-41(1)]

NL

108

Voorzorgsmaat-
regelen

Laat de camera niet achter op
een van de volgende plaatsen

• Extreem hete plaatsen zoals in een auto

die in de zon staat geparkeerd. De
camerabehuizing kan vervormd raken
wat storingen tot gevolg kan hebben.

• In rechtstreeks zonlicht of bij een

verwarmingsbron. De camerabehuizing
kan vervormd raken wat storingen tot
gevolg kan hebben.

• Op plaatsen waar de camera aan trillingen

of schokken wordt blootgesteld.

• In de buurt van een sterke magnetische

bron.

• Op zanderige of stoffige plaatsen

Zorg dat er geen zand in de camera
binnendringt. Door zand en stof kan de
camera zo erg beschadigd raken dat deze
niet meer kan worden gerepareerd.

Reinigen

Het LCD-scherm reinigen
Reinig het schermoppervlak met een LCD-
reinigingsset (niet meegeleverd) om
vingerafdrukken, stof etc. te verwijderen.

De lens reinigen
Reinig de lens met een zachte doek om
vingerafdrukken, stof etc. te verwijderen.

De buitenkant van de camera
reinigen
Reinig de buitenkant van de camera met een
zachte doek die licht met water is
bevochtigd. Veeg vervolgens het oppervlak
met een droge doek droog. Vermijd de
volgende stoffen omdat de afwerkingslaag
of de behuizing van de camera daardoor
kunnen worden aangetast.
• Thinner
• Benzine
• Alcohol
• Wegwerp-schoonmaakdoekjes
• Vluchtige insecticide
• Langdurig contact met rubber of vinyl

Opmerking over de
bedrijfstemperatuur

De camera is ontworpen om te gebruiken
binnen het temperatuurbereik van 0°C tot
40°C. Het maken van opnamen op extreem
koude of warme locaties wordt afgeraden.

Condensvorming

Als de camera direct van een koude in een
warme omgeving wordt gebracht, of in een
zeer vochtige ruimte, kan er zowel in als op
de camera condensvorming optreden. Deze
condens kan de werking van de camera
verstoren.

In de volgende omstandigheden
treedt er vaak condensvorming op:
• Als de camera van een koude omgeving -

bijvoorbeeld een skipiste - naar een goed
verwarmde ruimte wordt gebracht.

• Als de camera bijvoorbeeld vanuit een

ruimte of een auto met airconditioning in
de warme buitenlucht wordt gebracht.

Condensvorming voorkomen
Als u van een koude naar een warme
omgeving gaat, berg de camera dan op in
een afgesloten plastic tas en laat het toestel
vervolgens ongeveer een uur lang
acclimatiseren in de nieuwe omgeving. Als
de temperatuur van de camera gelijk is aan
de nieuwe omgevingstemperatuur, kunt de
camera uit de plastic tas halen.

Wanneer condensvorming is
opgetreden
Schakel de camera uit en wacht ongeveer
een uur totdat de condens is verdampt.
Wanneer u een opname gaat maken terwijl
zich condens aan de binnenkant van de lens
bevindt, is het onmogelijk heldere beelden
op te nemen.

01cov.book Page 108 Friday, January 17, 2003 6:37 PM

Advertising