Voorzorgsmaatregelen, N (blz. 119) – Sony DSC-V1 Manuale d'uso

Pagina 249

Advertising
background image

Aan

v

ul

le

nde i

n

fo

rm

a

tie

NL

119

Voorzorgsmaatregelen

Laat de camera niet liggen op de
volgende plaatsen

• In bijzonder hete plaatsen, zoals in een

auto die in de volle zon is geparkeerd. De
behuizing van de camera kan vervormd
raken of hierdoor kan een storing
optreden.

• Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een

verwarmingsbron. De behuizing van de
camera kan vervormd raken of hierdoor
kan een storing optreden.

• Op plaatsen met trillingen
• In de buurt van een sterk magnetisch veld
• Op zanderige of stoffige plaatsen, dus

wees voorzichtig dat er geen zand of stof
in de camera komt. Hierdoor kan in de
camera een storing optreden en in
bepaalde gevallen kan deze storing niet
worden verholpen.

Reiniging

Het LCD-scherm reinigen

Veeg het schermoppervlak schoon met een
LCD-reinigingsset (niet bijgeleverd) om
vingerafdrukken, stof, enz. te verwijderen.

Reiniging van de lens

Veeg de lens schoon met een zachte doek
om vingerafdrukken, stof, enz. te
verwijderen.

Reiniging van de
gelijkstroomstekker

Maak de gelijkstroomstekker van de
netspanningsadapter schoon met een droog
wattenstaafje. Gebruik de
netspanningsadapter niet met een vuile
stekker. Als u de netspanningsadapter met
een vuile stekker gebruikt, is het mogelijk
dat de accu niet goed wordt geladen.

De buitenkant van de camera
reinigen

Maak de buitenkant van de camera schoon
met een zachte doek bevochtigd met water
en veeg het oppervlak daarna droog met een
droge doek. Gebruik de onderstaande
middelen niet omdat deze de afwerking of
de behuizing kunnen beschadigen.
• Verdunner
• Benzine
• Alcohol
• Wegwerpdoeken
• Vluchtige insecticiden
• Aanraking door rubber of vinyl

gedurende een lange tijd

Bedrijfstemperatuur

Uw camera is ontworpen voor gebruik bij
een temperatuur van 0°C tot 40°C. Het
maken van opnamen op extreem koude of
warme plaatsen met temperaturen die
buiten het bovenstaande bereik vallen, is
niet aan te bevelen.

Condensvorming

Als de camera rechtstreeks van een koude
naar een warme omgeving wordt
overgebracht, of in een zeer vochtige ruimte
wordt neergelegd, kan er vocht condenseren
in of op de behuizing van de camera. Deze
vochtcondensatie kan een storing in de
camera veroorzaken.

Condensvorming treedt gemakkelijk
op wanneer:

• De camera van een koude plaats, zoals

een skihelling, naar een goed verwarmde
ruimte wordt overgebracht.

• De camera bij warm weer vanuit een

kamer of auto met airconditioning mee
naar buiten wordt genomen, enz.

Hoe condensvorming te voorkomen

Wanneer u de camera van een koude naar
een warme ruimte brengt, verpakt u de
camera in een goed gesloten plastic zak en
laat u deze langzaam (ongeveer een uur)
acclimatiseren.

Wanneer er condensvorming
optreedt

Schakel de camera uit en wacht ongeveer
een uur om het vocht te laten verdampen.
Als u probeert om opnamen te maken
terwijl er nog vocht in de lens aanwezig is,
zullen de opgenomen beelden niet helder
zijn.

Advertising