Sony DSC-V1 Manuale d'uso
Pagina 229
Ver
h
e
lpe
n v
a
n
st
or
in
g
e
n
NL
99
Het beeld is onscherp.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij.
•
(schemerfunctie) of
(landschapsfunctie) is gekozen als de
scènekeuzefunctie.
• De scherpstelling-voorkeuzefunctie is gekozen.
p Neem op in de macro-opnamefunctie. Zorg bij het opnemen dat
u de lens verder van het onderwerp positioneert dan de kortste
opnameafstand (blz. 24).
p Zet deze in een andere modus (blz. 63).
p Schakel de functie uit (blz. 49).
De zoomfunctie werkt
niet.
• De zoomvergroting kan niet worden veranderd
tijdens het opnemen van bewegende beelden
(MPEG Movie).
• U kunt de zoomfunctie niet gebruiken terwijl
een groothoek-voorzetconversielens is
bevestigd.
—
—
De slimme-zoomfunctie
werkt niet.
• U kunt de slimme zoomfunctie niet gebruiken
tijdens het opnemen van bewegende beelden
(MPEG Movie).
• [Smart Zoom] is ingesteld op [Off] in de SET UP
instellingen.
• Het LCD-scherm is uitgeschakeld.
• Het beeldformaat is ingesteld op [5.0M] of
[4.5M(3:2)].
—
p Zet [Smart Zoom] op [On] (blz. 39 en 116).
p Schakel het LCD-scherm in (blz. 28).
p Stel het beeldformaat in op een andere instelling dan [5.0M] en
[4.5M(3:2)] (blz. 18).
Het beeld is te donker.
• U filmt een onderwerp met een lichtbron
erachter.
• De helderheid van het LCD-scherm is te laag.
p Regel de belichting (blz. 49).
p Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 39 en 118).
Het beeld is te licht.
• U neemt een onderwerp onder een spot op in een
anderszins donkere omgeving, zoals op een
podium.
• De helderheid van het LCD-scherm is te hoog.
p Regel de belichting (blz. 49).
p Regel de helderheid van het LCD-scherm (blz. 39 en 118).
Bij het filmen van een zeer
helder onderwerp
verschijnen er verticale
strepen.
• Dit is een bekend storingsfenomeen.
p Dit is normaal.
Symptoom
Oorzaak
Oplossing