Een flitsmodus kiezen – Sony DSC-V1 Manuale d'uso

Pagina 156

Advertising
background image

NL

26

Een flitsmodus kiezen

,

Zet de modusdraaiknop op

en druk herhaald op

v

( ) op

de regelknop om een
flitsmodus te kiezen.

Bij elke druk op v ( ) verandert de
indicatie als volgt.

Geen indicatie (Automatisch):

De

flitser gaat automatisch af wanneer u
beelden opneemt op donkere plaatsen.

(Altijd flitsen):

De flitser gaat altijd af,

ongeacht de helderheid van de omgeving.

(Langzame synchro):

De flitser

gaat altijd af, ongeacht de helderheid van de
omgeving. In een donkere omgeving is de
sluitertijd lang zodat u de achtergrond die
buiten het bereik van de flitser ligt,
duidelijk kunt opnemen.

(Niet flitsen):

De flitser gaat niet af.

Indien het menu nog wordt weergegeven, druk
dan eerst op MENU zodat het menu verdwijnt.

U kunt deze procedure ook uitvoeren wanneer
de modusdraaiknop op P, S, A, M, SCN (

(Portretfunctie)) of

(Clip Motion) staat.

Wanneer [ISO] is ingesteld op [Auto] in de
menu-instellingen, is de aanbevolen
opnameafstand met gebruik van de flitser
ongeveer 0,4 m tot 2,8 m (W)/0,4 m tot 2,0 m
(T).

Bij de menu-instellingen (blz. 58) kunt u de
intensiteit van de flitser regelen met [Flash
Level]. (U kunt de intensiteit van de flits niet
veranderen wanneer de modusdraaiknop op

staat.)

Wanneer u de instelling

(langzame

synchro) of

(niet flitsen) gebruikt, wordt de

sluitertijd langer op donkere plaatsen, zodat het
verstandig is een statief te gebruiken.

Terwijl de flitser wordt opgeladen, knippert het

/CHG-lampje. Wanneer het laden is voltooid,

gaat het lampje uit.

U kunt een externe flitser monteren die geschikt
is voor de hete schoen (blz. 65).

Deze instelling blijft ook na het uitschakelen
van de camera bewaard.

Om bij het opnemen van
levende onderwerpen het rode-
ogeneffect te verminderen

Stel [Red Eye Reduction] in op [On] in de
SET UP instellingen (blz. 116). De

indicatie verschijnt op het LCD-scherm en
de flitser gaat alvast af voordat het opnemen
begint om het rode-ogeneffect te
verminderen.

Afhankelijk van individuele verschillen, de
afstand tot het onderwerp, het niet opmerken
van de voorflitser door de gefotografeerde
persoon of andere omstandigheden, zal de
functie voor automatische vermindering van het
rode-ogeneffect niet altijd het gewenste
resultaat opleveren.

60

min

VGA

101

96

S AF

SL

SL

m

Advertising